Over obesitas
Overgewicht is een syndroom waarbij zoveel lichaamsvet zich opgehoopt
heeft dat dit een negatief effect kan hebben op de gezondheid. Het
lichaam krijgt meer voedingsstoffen binnen dan nodig voor de maximale
energiebehoefte. Er ontstaat dus een positieve energiebalans. Dit teveel
aan calorieën wordt opgeslagen in de vorm van vet.
Obesitas is een ernstige vorm van overgewicht met ernstige
gezondheidsrisico’s zoals diabetes mellitus type 2 (suikerziekte),
arteriële hypertensie (hoge bloeddruk), hypercholesterolemie (te veel aan
cholesterol), hart- en vaataandoeningen, gewrichtsproblemen, depressie,
galstenen, leversteatose (of leververvetting), slaapapneu syndroom,
menstruatiestoornissen… Deze geassocieerde aandoeningen verlagen –
alleen of in combinatie – de levensverwachting aanzienlijk.
Obesitas ontstaat door een onevenwicht tussen energieopname en
energieverbruik, met vetopstapeling en gewichtstoename tot gevolg.
Overmatig voeding- en alcoholgebruik en tekort aan beweging
leiden dus tot een positieve energiebalans. Ook genetische factoren,
stofwisselingsstoornissen (zoals een te traag werkende schildklier…),
bepaalde medicatie en psychologische factoren kunnen een invloed hebben
op overgewicht.
Het absolute gewicht is een slechte parameter om uit te maken of er sprake
is van overgewicht/obesitas. Gezien het gewicht gerelateerd moet worden
aan de lengte, wordt de BMI of Body Mass Index gebruikt, die de verhouding
tussen lengte en gewicht weergeeft.
Naast het berekenen van de BMI kan de middelomtrek een indicatie geven
over de abdominale vetmassa (de hoeveelheid vet die opgestapeld is ter
hoogte van de buik). Vetopstapeling rond de buik gaat immers gepaard
met ernstige gezondheidsrisico’s. Vanaf 88 cm bij vrouwen en 102 cm bij
mannen spreekt men van een verhoogd risico.
Voor elke individuele persoon is er een ideaal gewicht. Deze hangt af van
enkele factoren (geslacht, spiermassa, lichaamsgestel…) waardoor de
marges van een ideaal gewicht heel breed zijn.
De waarden berekend aan de hand van de BMI-methode zijn dus niet van
toepassing op kinderen, ouderen, mensen met een grote spiermassa,
zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven.